UNESCO: Wereldburgerschap

Scholen hebben een wettelijke opdracht om aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale cohesie. Bij de 75 UNESCO-scholen in Nederland gaan ze een stapje verder. Daar is de afgelopen tien jaar ruime ervaring opgebouwd in open leermateriaal over wereldburgerschap. De collectie lesmateriaal is nu geactualiseerd terug te vinden op Wikiwijs. Burgerschap en wereldburgerschap. “Het lijkt veel op elkaar, maar er zijn wel wat verschillen”, vertelt Marieke Brugman van UNESCO. “Het grootste verschil is dat er vanuit wereldburgerschap met een internationale blik gekeken wordt naar burgerschap.”

Unesco-scholen maken deel uit van een wereldwijd netwerk van zo’n 12.000 scholen. Zij dragen allemaal bij aan Unesco’s missie: het creëren van vrede in de hoofden van mensen. Er zijn in Nederland op dit moment 75 scholen die zichzelf UNESCO-school mogen noemen. Er wordt op deze scholen meer aandacht gegeven aan thema’s vanuit het UNESCO-gedachtengoed: vrede en mensenrechten, intercultureel leren, duurzame ontwikkeling én wereldburgerschap.

Marieke: “Het UNESCO-scholennetwerk bestaat al sinds 1953 en is actief in meer dan 150 landen. Van de 75 UNESCO-scholen in Nederland komt iets meer dan de helft uit het voortgezet onderwijs. Ongeveer twintig scholen zijn basisscholen en verder is er ook een aantal MBO- en HBO-opleidingen die onderdeel zijn van het UNESCO-scholennetwerk. Er zitten scholen tussen die sowieso internationaal georiënteerd zijn en waar internationale lessen gegeven worden. Maar er zitten in het netwerk ook plattelandsscholen met een internationale blik.”

Hoe er invulling gegeven wordt aan het thema wereldburgerschap verschilt bij UNESCO-scholen verschilt van land tot land. “Je kunt het wel over mensenrechten hebben, maar de interpretatie daarvan verschilt nogal – denk bijvoorbeeld aan Saudie Arabië”, legt Marieke uit. “Wereldburgerschap heeft gelukkig meerdere gezichten.”

“UNESCO staat voor vrede brengen in de hoofden van mensen. Dat betekent ook dat je wilt delen met elkaar. Deze projecten helpen daarbij.”

– Marieke Brugman, UNESCO

Uitgebreide collectie lessen

UNESCO in Nederland ontwikkelt zelf geen lessen. Marieke: “UNESCO lijkt een hele grote organisatie, maar in Nederland werken er maar 7 mensen voor UNESCO en daarvan is maar één iemand bezig met onderwijs en dat ben ik. Gelukkig worden er door scholen de meest prachtige dingen gemaakt.”

“Tien jaar geleden hebben we samen met Wikiwijs een omgeving gemaakt waar veel leermateriaal dat op scholen ontwikkeld was bij elkaar gebracht werd. Bij elkaar is het een uitgebreide verzameling lessen. Het was heel fijn om een plek te hebben waar de dingen bij elkaar staan zodat andere scholen daar ook gebruik van konden maken.”

Klokhuis en Jeugdjournaal

In de loop der jaren verslofte de aandacht voor de lessen die op Wikiwijs staan. Bovendien waren sommige lessen verouderd. “We hadden één project waarbij een docent bij wijze van spreken nog met floppy disks werkte”, vertelt Marieke. “Maar veel van het materiaal dat in het verleden gemaakt is, wordt nog steeds gebruikt op scholen. Afgelopen jaar kregen we de vraag vanuit scholen of de collectie open leermateriaal geactualiseerd kon worden.”

Dankzij subsidie van Impuls Open Leermateriaal is dat de afgelopen maanden gebeurd. “We hebben al het materiaal dat in de loop der jaren gemaakt is bekeken: is het nog bruikbaar? Kunnen we het aanpassen? Zijn er nog andere dingen waar we naar kunnen verwijzen, zoals het Klokhuis en het Jeugdjournaal? Want scholen zijn natuurlijk niet de enigen die lesmateriaal ontwikkelen.”

Ouders ontmoeten ouders

Zonder subsidie van Impuls Open Leermateriaal had de Wikiwijs-omgeving nooit aangepast kunnen worden, meent Marieke. “Docenten worden natuurlijk overvraagd, maar nu er subsidie is, kunnen we docenten een vergoeding geven voor het werk dat zij gedaan hebben. We hebben nu een serie open leermateriaal staan die waarschijnlijk ook over tien jaar nog steeds te gebruiken is. We willen niet nog een keer hebben dat lesmateriaal vergeten wordt omdat het geld op is of omdat de aandacht verslapt.”

Inmiddels zijn de pagina’s over wereldburgerschap op Wikiwijs up-to-date. Marieke: “De omgeving bestaat inmiddels uit vijftien verschillende lessen en dat wordt de komende tijd nog verder uitgebreid. De collectie bestaat voor een deel uit oude lessen, maar er staat bijvoorbeeld ook een project tussen van afgelopen jaar, dat is gedaan door scholen in Nederland met scholen in Indonesië.”

Een ander succesvol project dat al door meerdere scholen gebruikt is, heeft als titel ‘Ouders ontmoeten ouders’. Marieke: “Dat lesmateriaal is ontwikkeld door een basisschool die kinderen heeft met 50 verschillende nationaliteiten. Dit project helpt om zowel kinderen als ouders dichter bij elkaar te brengen. Bovendien wordt de relatie tussen kind, ouders en school versterkt én wordt het ‘wij-gevoel’ tussen alle ouders versterkt.”

Het lesmateriaal is gemaakt door UNESCO-scholen, maar Marieke benadrukt dat iedere school het materiaal mag gebruiken. “UNESCO staat voor vrede brengen in de hoofden van mensen. Dat betekent ook dat je wilt delen met elkaar. Deze projecten helpen daarbij.”